Later, als ik dan nog leef, wil ik zo'n vrouw zijn die alleen woont, in een klein huisje met een deuk in het dak en een rokende schoorsteen. Buiten wil ik allemaal bloemen en kruiden en onkruid, veel onkruid want daar hou ik van. Als ik thuis ben zal ik dan een bezem naast de voordeur zetten zodat iedereen het kan zien. En als ik wegga dan gaat de bezem ook weg. Ik zal hem stiekem in huis nemen als ik alleen wil zijn. Ja, dat zal ik doen, of misschien vind ik het tegen die tijd niet meer erg om tegen bezoekers te zeggen dat ze niet altijd welkom zijn. Ja, later zal ik zeggen dat ik er genoeg van heb, van alles en dat ik nooit veel nodig had. Om van iemand te houden bijvoorbeeld, of om te weten dat een kameleon niet meer is dan een hagedis. En om in te zien dat alleen kinderen de waarheid in pacht hebben, dat de meeste woorden veel te mooi zijn en dat je heel erg oud en hulpbehoevend moet worden om ze te mogen uitspreken.
Later, if I'm still alive, I want to be such a woman who lives alone, in a small house with a dent in the roof and a smoking chimney. Outside I want many flowers and herbs and weeds, many weeds because I like them. When I'm at home, I will then put a broom next to the front door for all to see. And when I leave the broom will go too. I will sneak him into the house when I want to be alone. Yes, I'll do that, or maybe by that time I will no longer find it hard to tell my visitors that they are not always welcome. Yes, later I will say that I have had enough, of everything and that I never needed much. To love someone for example, or to know that a chameleon is no more than a lizard. And to recognise that only children own the truth, that most words are far too nice and that a man must be very old and in need to speak.
Later, if I'm still alive, I want to be such a woman who lives alone, in a small house with a dent in the roof and a smoking chimney. Outside I want many flowers and herbs and weeds, many weeds because I like them. When I'm at home, I will then put a broom next to the front door for all to see. And when I leave the broom will go too. I will sneak him into the house when I want to be alone. Yes, I'll do that, or maybe by that time I will no longer find it hard to tell my visitors that they are not always welcome. Yes, later I will say that I have had enough, of everything and that I never needed much. To love someone for example, or to know that a chameleon is no more than a lizard. And to recognise that only children own the truth, that most words are far too nice and that a man must be very old and in need to speak.