Goedemorgen zong je altijd en zonder twijfel
was ik welkom en was de koffie klaar
soms was er niets om over te praten
en verzonnen we iets
( ik bracht een rolstoel voor je mee
en we gingen wandelen en je zag jezelf al
rollen
in de gracht of we gingen naar zee en je
raakte vast in het zand
en toen zwommen we helemaal naar Engeland )
'Opgelet reizigers spoor acht ! ' riep ik met
mijn mond
aan het karton van een lege keukenrol.
' De
trein met bestemming bloemendaal
komt
zometeen aan. '
Je zei dat het een boemeltrein was die zou
stoppen
in de keuken, aan de achterdeur en in het
grasperk
waar ik bij mooi weer een stoel voor je
neerplantte
en dat je eersteklas zou reizen en champagne
drinken
uit een waterglas, of omgekeerd .
En soms, de laatste tijd steeds vaker, sprak
je
van een reis die je zou maken, je wist nog
niet wanneer
maar je ging alleen dit keer. Je zou er oude
vrienden zien
misschien. Het deed wat zeer als je dat zo zei
en dat reizen in je kleren zat, in je benen
en in je hart.
Janne ©
Geen opmerkingen:
Een reactie posten